Tekst KAP Saminna van den Bulk
Foto John van Helvert, 43 Gemechaniseerde Brigade, sergeant Jasper Verolme

Trainingen voor honderden landmachters

Wie denkt ‘zomaar’ met een drone te kunnen vliegen, heeft het mis. Veilig en tactisch bewegen met een Unmanned Aerial Vehicle (UAV) vereist weken aan training. Het CLAS Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS) Vliegbedrijf buigt zich over de basisopleiding en regelgeving. De School Grond-Lucht Samenwerking (SGLS) neemt straks de tactische training voor haar rekening. "We hebben geen tijd te verliezen."

Voor de basis: CLAS RPAS Vliegbedrijf

“Drones worden steeds meer onderdeel van de totale gevechtskracht. Beschikken over een UAV is bijna even belangrijk als een persoonlijk wapen. We zien het gebruik van drones enorm toenemen, met name sinds het grootschalige conflict in Oekraïne uitbrak aangejaagd door de Task Force Drones. Natuurlijk kun je met drones vechten, maar ze hebben ook een belangrijke rol in het waarborgen van de veiligheid van onze mensen. Hoe meer onbemenst kan, hoe meer eigen levens je spaart.” 

Het is de duidelijke boodschap van luitenant-kolonel Koos Willemsen, Accountable Manager van het CLAS RPAS Vliegbedrijf. Hij en zijn mensen zijn verantwoordelijk voor de operationele controle, de instandhouding van de luchtwaardigheid en het onderhoud van de gecertificeerde UAV’s. Ook levert het vliegbedrijf de opleidingen. Een flinke uitdaging, nu de Task Force Drones het gebruik van de UAV’s flink opschaalt. 

De inschatting is dat enkele honderden landmachters per jaar de diverse opleidingen gaan volgen. Die starten naar verwachting later dit jaar. Beginnend met de basisopleiding, gevolgd door de tactische training.

Willemsen legt uit hoe ze dat gaan aanpakken. “Wij verzorgen alle opleidingen op gecertificeerde systemen onder de 150 kilo. We hebben nu nog geen capaciteit om collega’s op te leiden op alle ongecertificeerde systemen die nu worden aangekocht. Die opleiding gaan we voorlopig uitbesteden aan een erkend, civiel bedrijf.” Welke firma dit wordt, moet de tijd gaan uitwijzen. Hoe die opleiding eruit moet gaan zien? Willemsen: “De basisopleiding begint met een theoretisch deel voor de ‘open categorie’. Hieronder valt veilig, hobbymatig gebruik van de drones. Deze e-learning neemt, inclusief examen, twee dagen in beslag.”

‘Hoe complexer het systeem, hoe langer de daarvoor benodigde opleiding duurt’

Hoe meer risico je met de drone aangaat, hoe meer aanvullende opleiding je nodig hebt. Denk bijvoorbeeld aan vliegen boven mensen. Daarom volgt er op het ‘open certificaat’ een opleiding voor specifiek gebruik van de UAV. Overste Willemsen: “Die opleidingen nemen ongeveer een week in beslag. Daar is enkel de systeemopleiding, ook wel type rating genoemd, nog niet in meegenomen. Elke drone is anders. Het Commando Materieel en IT is nu druk bezig met de aanschaf van de systemen. Ook hierbij geldt: hoe complexer het systeem, hoe langer de daarvoor benodigde opleiding duurt.”

Een militair van de achterzijde bezien. Voor hem vliegt een drone.
Het Vliegbedrijf neemt mogelijk over een aantal jaren ook de opleidingen op alle, dus ook de niet-gecertificeerde, drones voor haar rekening. Willemsen: “Je zou eraan kunnen denken de drone-opleiding in te bedden in de initiële opleiding van soldaten en onderofficieren.”

Veilig vliegen is het devies van RPAS. “We zijn verantwoordelijk voor alles dat met regelgeving te maken heeft. Net zoals je niet zomaar met artillerie in een willekeurig oefenterrein kan gaan schieten, kan je ook niet een drone ergens in de strook in de lucht gooien. Als dronepiloot ben je medegebruiker van het luchtruim. Nu wordt deze volledig afgesloten voor civiel vliegverkeer. De vraag is hoe we dit in de toekomst moeten vormgeven, nu de krijgsmacht meer met UAV’s gaat optreden. Uiteindelijk wil je de regelgeving zo bruikbaar mogelijk maken. Een dronepiloot moet uiteraard op de hoogte zijn van de regels, maar wel zoveel mogelijk worden ontzorgd. Wij zijn ontzettend druk met al deze vraagstukken. Het is een dynamische periode.”

Onbemand, niet onbemenst

Een belangrijke kanttekening van Willemsen: “Onbemand is niet onbemenst. Die denkfout wordt vaak gemaakt. Om dit alles mogelijk te maken, hebben zowel wij als de SGLS dedicated personeel nodig om de grote hoeveelheid mensen snel op te kunnen leiden.” Ook benadrukt de overste dat de UAV hetzelfde benaderd moet worden als een nieuw wapensysteem: “Van onderhoud, instandhouding tot logistiek: een nieuw systeem vraagt om een eigen organisatie. Nu UAV’s een groter onderdeel vormen van onze gevechtskracht, moeten we hiervoor ook de organisatie inrichten en personeel toebedelen.”

Van basis naar tactisch: SGLS

Wanneer de landmachter vliegveilig en vliegvaardig is, volgt de tactische opleiding. “Wij gaan ons richten op opleidingen in de militaire context. Hoe kun je tactisch opereren met een drone, maar ook een UAV kinetisch toepassen? In dat gat springen wij, samen met ons Expertisecentrum 3e Dimensie”, vertelt luitenant-kolonel Volkmar Cremer. Hij is de commandant van de SGLS.

Op YouTube wemelt het van de video’s uit Oekraïne, waar de vliegende systemen worden ingezet in de strijd. “Het zijn de succesverhalen. Je ziet niet hoe moeilijk militair dronevliegen is. Zo treed je op met meerdere drones in eenzelfde luchtruim. In diezelfde ruimte vliegt ook je vijand… Hoe weet je wie wie is?” Daarbij zijn de mogelijkheden eindeloos. “Vroeger werden drones enkel gebruikt om inlichtingen te verzamelen. Nu worden ze gebruikt om omgevingen te verkennen of troepen aan te vallen, de zogenoemde strike drones.” Alles vraagt om speciale skills. Vliegen beyond line of sight, om bijvoorbeeld de omgeving te verkennen. Maar ook: vliegen boven gebouwen, door heuvels en in de duisternis.

Een militair staat in het zand met een droneconsole in de hand. Het gezicht is niet te zien. Wel prijkt de tekst ‘genietroepen’ op de schouder.
"Voor elk wapen of dienstvak kan een drone uitkomst bieden."

Maak dat maar eens eigen, in korte tijd. Hoe pak je dat aan? De SGLS hield in december een pilotopleiding met 15 militairen van onder meer 45 Pantserinfanteriebataljon. 3 kerninstructeurs van de school leerden hen in 5 dagen alle kneepjes van het vak. De reacties waren zeer positief, vertelt de commandant.

Een goed voorproefje, want: “We zijn nu druk bezig de tactische opleiding verder vorm te geven. Daarom gaan we nog een pilot draaien. Hierin kijken hoe we onze collega’s het beste kunnen klaarstomen voor operationeel UAV-vliegen. Het uitgangspunt is dat we kerninstructeurs opleiden. Zij kunnen met die gereedschapskist aan tools terug naar hun eenheid. Zo verspreidt de kennis zich als een olievlek. We willen voorwaarts en snel ook. Want we hebben geen tijd te verliezen.”

‘Een opleiding die altijd aansluit op de realiteit van het gevecht’

Alle kennis wordt verzameld, gebundeld en geborgd, zodat straks iedere eenheid dezelfde procedures toepast. In de eerste fase zijn de opleidingen vooral voor de infanterie. Maar, zegt Cremer: “We kijken verder. Denk aan genie, die met drones gebieden in kaart kunnen brengen. Of de logistiek, die gebieden kan verkennen. Voor elk wapen of dienstvak kan een drone uitkomst bieden.”

De technologische ontwikkeling staat echter niet stil. “Wat de toepassing van drones in de toekomst wordt, kunnen ook wij niet overzien. We houden een vinger aan de pols bij de diverse kenniscentra, partners en bondgenoten. Zodat onze opleiding altijd aansluit op de realiteit van het gevecht.”

Een onherkenbare militair buigt over een droneconsole, staand vlak voor een voertuig aan de bosrand.
Cremer: “We zijn nu volop bezig met de ontwikkeling van de tactische opleiding. Voor de cursus hebben we nog wel structureel personeel nodig.”

De Task Force Drones focust zich expliciet op landoptreden. Dat betekent natuurlijk niet dat de opgedane kennis enkel voor CLAS is. Cremer: “Wat wij hier leren, is evengoed bruikbaar voor bijvoorbeeld dispersed optreden van mariniers of objectbeveiliging voor de luchtmacht. Die uitwisseling tussen opco’s is er continu.”